Zet alle ingrediënten klaar, en verwarm de oven voor op 220 graden.

Doe de helft van het lauw-warme water in een maatbeker en doe daar de honing bij. Roer tot de honing is opgelost. Roer dan de gist er door heen. Laat dit mengsel even staan, tot er bubbeltjes komen. Doe de bloem en het zout in de standmixer met een deeghaak en meng het zout goed door de bloem heen. Zet de mixer aan en giet langzaam het gist-mengsel erbij. Giet daarna de rest van het lauw-warme water erbij (de totale hoeveelheid vocht op 1 kg bloem is 625 ml water). Mix tot je een smeuïg deeg hebt.

Bestuif je handen met wat bloem en vorm het deeg tot een grote bal. Leg terug in de mengkom en kerf het deeg met een scherp mes in aan de bovenkant om de spanning er af te halen. Dek de mengkom af met een schone, natte theedoek en zet de kom op een tochtvrije plek om te laten rijzen. Laat het deeg rijzen tot het ongeveer in volume is verdubbeld. Dat duurt ongeveer 3 kwartier tot een uur.

In de tussentijd kun je mooi de saus en de toppings voorbereiden. Pel en snipper de uien en de tenen knoflook. Verhit twee eetlepels olie in een wokpan en fruit daarin de ui en knoflook aan tot ze zacht zijn. Giet de gezeefde tomaten erbij en strooi de Italiaanse kruiden erbij. Doe de deksel op de pan (pas op: als de dikke tomatensaus aan de kook raakt, dan kan hij gaan spetteren!) en laat op een laag pitje sudderen.

Bekleed een bakplaat met bakpapier (of met een siliconen bakmat) en verdeel daar de ovengroenten over. Sprenkel er olijfolie over en strooi er zout en peper over. Zet in de voorverwarmde oven voor ongeveer een half uur.

Verhit een theelepel olie in een kleine koekenpan en bak daarin het gehakt rul. Strooi er wat zout en peper naar smaak over.

Schep (ongeveer) de helft van de tomatensaus bij het gehakt. Doe de geroosterde ovengroenten bij de rest van de tomatensaus. Roer goed door en breng indien nodig op smaak met zout en peper.

Bestuif het werkvlak en je handen met wat bloem. Haal na het rijzen het deeg uit de mengkom en verdeel het in vier stukken. Maak van elke portie een bol en leg de overige drie bollen nog even weg. Rek het deeg uit tot je een flinke lap hebt. Zelf vind ik het het handigst om, als het een beetje een lap begint te worden, die óver mijn arm te draperen en de zwaartekracht het werk te laten doen. Wel steeds een slagje draaien, als een volleerde pizzabakker, natuurlijk. Zorg dat je uiteindelijk een ovalen deeglap hebt.

Bekleed een pizza-plaat met bakpapier en leg daar de deeglap half op. Schep er wat vulling op: dus ofwel de gehakt-tomatensaus of de tomatensaus met de ovengroenten. Snij de bifiworstjes in schuine plakjes en verdeel daar een handje van over de vlees-vulling. Strooi er nog wat parmezaanse kaas, geraspte mozzarella en/of gorgonzola over.

Maak de rand van het deeg nat met een klein beetje water. Klap de deeglap dubbel en duw de randjes aan, zodat de onder- en bovenkant aan elkaar plakken.

Bak de calzona-pizza ongeveer 20 minuten in de oven tot het deeg gaar en mooi bruin is.

Leg de calzone op een bord en snij -met een scherp mes- open.

Eet smakelijk!